De kinderkaravaan

In 1844 trokken zeven kinderen helemaal alleen door het verre westen van Noord-Amerika, dat toen nog een gevaarlijke, ruige wildernis was. Ze waren op weg naar Oregon. Het werd een barre tocht langs ongebaande wegen, door hagel- en sneeuwstormen. Ze hadden geen voedsel en geen water, en ‘s nachts in de duisternis gloeiden de ogen van wolven. Een ongelooflijk verhaal over moed en doorzettingsvermogen, dat écht gebeurd is!

NBD|Biblion recensie

In 1844 trekt het gezin Sager, vader, moeder en zeven kinderen, door het noord-westen van Amerika, op weg naar de staat Oregon, het ‘beloofde land’. Na de dood van hun ouders gaan de kinderen onder leiding van de oudste, de dappere 13-jarige John, alleen op weg. Er is veel moed en vindingrijkheid nodig voordat John zijn broertjes en zusjes én zichzelf aan de zorgen van een zendelingsechtpaar kan overdragen. Een ontroerend, fascinerend verhaal, gebaseerd op historische gegevens dat veel mogelijkheden biedt tot identificatie. Door het suggestieve taalgebruik, de goede compositie en de uitstekende karaktertekening mag men dit boek wel haast tot de klassieken rekenen. Vanaf ca. 10 jaar.